De prenatale fase duurt gemiddeld 266 dagen (40 weken) tussen de bevruchting en het geboren worden.

Er zijn twee manieren om de duur van de zwangerschap te bepalen: de ene gaat uit van het tijdstip van bevruchting, de andere van de eerste dag van de laatste menstruatie.

 

De ontwikkeling van de mens begint al direct bij de conceptie en niet pas bij de geboorte. Al voor de geboorte maakt een kind een enorme ontwikkeling door. Bij een zwangerschapsduur van minder dan 32 weken en een geboortegewicht lager dan 1500 gram heeft bijna de helft van de baby’s ontwikkelingsproblemen. Ook zuurstofgebrek tijdens de zwangerschap en geboorte kan voor ontwikkelingsproblemen zorgen.

 

Het tijdsverloop tussen de bevruchting en de innesteling van het eitje in de baarmoederwand duurt 5 tot 7 dagen. Nadat het eitje zich diep ingegraven heeft, begint het te groeien, waarbij het elke dag in grootte verdubbelt.

 

Tot aan de derde week na de bevruchting wordt het product zwangerschap een eitje genoemd. Daarna spreekt je van een embryo. Omstreeks die tijd blijft ook de verwachte menstruatie uit. Vanaf dan kan een zwangerschapstest kan dan al positief uit te vallen.

 

In de eerste drie maanden zijn de belangrijkste maanden omdat hierin alle belangrijke organen worden aangelegd. Ook de placenta begint zich te vormen.

In deze fase ziet het embryo van de mens er net zo uit als de embryo’s van sommige andere dieren.

Op een gegeven moment wordt het gezicht en de gezichtsuitdrukkingen gevormd.

 

Aan het einde van de tweede maand lijkt de baby een beetje op een menselijk wezen, alleen in miniatuurvorm. En rond de tiende week heeft het hart vier kamers en klopt het met 120 tot 160 slagen per minuut. Vanaf hier wordt het embryo een foetus genoemd.

Rond het einde van de derde maand is het hoofd van foetus in verhouding met het lichaam veel groter.

 

Tijdens het tweede trimester groeit de foetus en komen al zijn organen die hiervoor gevormd zijn in werking. En met 13,5 week heeft de foetus al hele kleine vingernagels. Ook zijn de geslachtsorganen helemaal gevormd en kunnen de ouders erachter komen wat het geslacht is.

De foetus kan ook schoppen en zijn tenen bewegen, zijn armen buigen en een vuist maken. Ook kan hij zijn mond openen. Zijn hartslag kan ook gehoord worden via een stethoscoop. Daarnaast kan de zwangere vrouw het eerste tekenen van leven in haar buik voelen.

De huid van de foetus begint minder doorschijnend en meer licht roze te worden. Ook is er een begin van wimpers en wenkbrauwen zichtbaar. Een maand later kan het hoofdje ook al bedekt zijn met haar. Daarnaast begint zich ook een vetlaagje te vormen onder de huid. Na 28 weken is de foetus bedekt met een beschermende dikke witte laag huidsmeer, dat wordt vernix genoemd. Baby’s die te vroeg worden geboren hebben meer huidsmeer en baby’s die te laat worden geboren hebben minder huidsmeer.

 

De baby wordt uiteindelijk geboren tussen 38 en 40 weken.